…we zijn er bijna, maar nog niet helemaal. Zo gaat het bekende liedje dat we kennen van de schoolreisjes van vroeger. Ik moet er aan denken als ik alle goede initiatieven zie in de veehouderij op het gebied van openheid en transparantie. Zichtstallen schieten als paddenstoelen uit de grond, we houden een Weekend van het Varken, laten koeien volop in groene weilanden lopen, zetten kippen in ronde stallen met uitloop, laten schoolboeken aanpassen met ondeugdelijke informatie over de veehouderij en twitteren en facebooken er op los om consumenten en burgers aan ons te binden.

Als we transparant en open werken en iedereen goed voorlichten, zal de gunfactor richting de veehouderij weer ten goede keren en het imago verbeteren. Nog even doorzetten en we zijn er, proef ik bij velen. Maar dat is een misvatting. De mening van de consument is immers geen vaststaand gegeven. Is zijn houding ten opzichte van de veehouderij ten gunste veranderd, dan zullen we dat moeten onderhouden. Zijn houding heeft een THT datum. Maar wanneer die verloopt staat er niet op.

Die datum wordt wel beïnvloed. De maatschappelijke betrokkenheid van consumenten en burgers bij de productie van dierlijke eiwitten is de laatste twintig jaar fors gegroeid en zal alleen maar toenemen. Als is het maar doordat alternatieven voor de productie van dierlijke eiwitten aan een giga opmars bezig zijn waardoor de tweestrijd tussen plantaardig en dierlijk scherper weggezet zal worden. Meer informatie en meer alternatieve producten betekent ook dat de kans op andere inzichten van consumenten en burgers toeneemt.

De nieuwe inzichten worden ondersteund door maatschappelijke organisaties die hun visies naar harte lust uitdragen. Organisaties die nu vooral inzetten op meer ruimte en natuurlijk gedrag voor dieren, kunnen hun normen nog jaren oprekken. En als er op dierenwelzijn geen eer meer voor hen te behalen is, schakelen ze over naar hun volgende argument: het afraden van consumptie van dierlijke eiwitten. De meningen van deze organisaties blijven daarom de komende jaren prominent van invloed.

Openheid, transparantie en juiste voorlichting zullen onvoldoende blijken te zijn. Overtuigen heeft geen zin. Waar het vooral om gaat is om consumenten en burgers daadwerkelijk deelgenoot te maken van de dilemma’s die zich voordoen in de veehouderij en de productie van dierlijke eiwitten. Door hen eigenaar te maken van onze problemen, wordt hun blik verruimd en krijgen onze dilemma’s nieuwe impulsen. Juist hierin zitten de leerpunten die inzicht geven in het toekomstig succes van onze veehouderijsectoren.

We zijn er bijna, maar nooit helemaal.